Ballon na ballon ging de lucht in en we hoorden de mooiste verhalen over ruzies, relaties en revalidaties. Tientallen kaartjes werden zorgvuldig volgeschreven en met tranen in onze ogen stonden we als zeehonden te zwaaien naar de ballonnen.

Op dat moment leek het alsof iemand in één keer alle lucht had weggezogen om ons heen. Het werd stil in de Westerstraat.

Er meldde zich een stel bij ons. Ze hadden elkaar stevig vast en het leek alsof ze het moeilijk vonden ons aan te kijken. De man keek op: “We hebben een paar maanden geleden ons zoontje verloren. We dragen dat elke dag bij ons. We zouden het graag willen loslaten.” Op dat moment leek het alsof iemand in één keer alle lucht had weggezogen om ons heen. Het werd stil in de Westerstraat.

Ze namen de tijd voor het kaartje. Elk woord werd gewogen. Hij schreef, zij hield hem stevig vast. Samen pakten ze het touwtje. Zij kuste het kaartje. Hij kuste haar. Ze fluisterden nog wat woorden naar elkaar en naar de ballon – en lieten los. We huilden. De ballon werd meteen opgepakt door de wind en danste kort voor onze ogen. De mevrouw zwaaide even. De ballon kreeg hoogte en snelheid, suisde door de Westerstraat, langs de kleedjes en de kraampjes, omhoog, naar de blauwe lucht.

Leren loslaten

We keken naar de ballon en zagen hoe hij onder een tak dook en opeens klem kwam te zitten. Geen van de ballonnen was die dag in een boom beland en deze zat vast. Onze eerste reactie was paniek. We wilden zo graag dat het goed zou gaan voor deze mensen. We waren al bijna onderweg naar de boom om hoogstpersoonlijk die ballon los te schudden, toen de vrouw onze arm pakte. “Het geeft niet,” zei ze “het is misschien wel precies goed zo.” Ze keken samen naar de ballon en draaiden zich om. We hebben ze nooit meer gezien.

We leerden die dag dat als we iets niet uit ons hoofd krijgen, dat het dan daar misschien wel hoort. Door krampachtig te willen loslaten, ontken je een belangrijk deel van jezelf. Het is namelijk tóch gebeurd. Het heeft je mede gemaakt wie je bent. Dan kun je het misschien maar beter bij je houden – in een vorm waardoor het minder pijn doet.

Het enige dat je wilt loslaten, is het idee te moeten loslaten. Want je zult zien: elke keer als je echt wilt loslaten, staat er een boom in de weg.

Wat zou jij op de ballon hebben geschreven? En is er iets wat wellicht bij je hoort terwijl je krampachtig probeert het los te laten? Deel het met ons in de comments!