“Ik wou dat ik je had laten zien dat het juist goed is om fouten te maken”, zegt mijn mamma als ik haar vraag wat ze anders gedaan als opvoeder en ouder. Niet lang geleden verweet ik mijn moeder nog vol overgave en met liefde dat ze de bron was van al mijn vervelende eigenschappen en van wat er misging in mijn leven. Ironisch genoeg zit daar simpelweg een kern van waarheid in. Maar gelukkig zie ik het nu niet meer als iets negatiefs. En heb ik het besef dat het mijn eigen keuze is hoe ik met die patronen kan omgaan. Het omdraaien ervan begon voor mij bij het besef dat ik geen ouders heb, maar mijn ouders bén.

Je hebt geen ouders, je bent je ouders

Ruim 33 jaar geleden kwam er een zaadcel bij een eicel. Samen vormden deze mannelijke en vrouwelijke energie één cel: IK. Deze unieke, perfecte en prachtige cel bevatte een exacte kopie van het DNA van mijn ouders. Niet de helft van hun unieke codes, maar alles. Honderd procent van mijn mamma en honderd procent van mijn pappa, maakte samen 100% Karlijn, is het perspectief van David en Arjan. Eigenlijk werd ik dus mijn ouders. Vanuit dat oogpunt heb ik dus geen ouders, maar ben ik mijn ouders. Niet zo gek dus dat ik de nodige patronen overnam van mijn mamma.

Ga er maar vanuit dat je sommige dingen bijzonder onhandig doet als opvoeder en gegarandeerd je eigen patronen aan ze meegeeft, zeggen David en Arjan. Dat is nou eenmaal zo. Blijf ademhalen. En ontspan. Als het goed is gaan je kinderen zich dan – waarschijnlijk in de puberteit – van je afzetten. Juist daar krijgen ze karakter van. 

Ook ik heb me in de puberteit flink afgezet tegen mijn ouders. Stiekem toegegeven: tot lang daarna schoof ik de verantwoordelijkheid voor mijn eigen leven graag af op de opvoedkunde mijn ouders. Ik verzette me maar al te graag tegen de karaktereigenschappen die ik vooral niet wilde hebben van mijn ouders, maar waar ik mezelf des te harder op betrapte. 

Patronen die ik overnam van mijn moeder

Een van de patronen die ik onbewust van mijn moeder overnam, is haar faalangst. Mijn moeder wilde het altijd goed doen voor haar veeleisende vader. Niet gek dus dat ik in de brugklas mijn eerste faalangsttraining kreeg. De angst om fouten te maken, het niet goed te doen, bleef een thema gedurende mijn ontwikkeling. Het is een terugkerende uitdaging in mijn schrijverschap. Hoogstwaarschijnlijk blijft het altijd een onderdeel van me, maar ondertussen kan ik het omarmen. En gelukkig werken mijn moeder en ik nu niet meer tegen elkaar, maar met elkaar.

Met elkaar in plaats van tegen elkaar

Voor mij en mijn moeder kwam het kantelpunt in onze relatie toen mijn moeder écht begon met luisteren. Eigenlijk stapte ze voor het eerst in jaren even uit haar rol als mama en in haar rol als kindercoach. In één van onze verhitte gesprekken stelde ze me namelijk de doodsimpele vraag: Lieve lijn. Wat heb je nodig? Vanaf dat moment voelde ik me gezien. Ineens ging het om mij, om wat ik nodig had en lag alle verantwoordelijkheid bij mij. En konden we samen op zoek naar wat werkte voor mij en hoe zij me daarbij kon helpen. Het maakte dat de band met mijn moeder sterker is dan ooit.

Hoe is de band met jouw ouders? En wat deed dit artikel met je? Laat je reactie achter in de comments.