Een burn-out leren accepteren
Een stukje uit mijn dagboek uit de tijd dat ik thuis was. Chaos in mijn hoofd, onzekerheid en hard werken. Heel hard werken. Ik kon de hele situatie maar moeilijk accepteren. Maar belangrijker en veel confronterender: ik kon mezelf maar moeilijk accepteren.
Ik snapte niet hoe het misgegaan kon zijn en waarom. Daarnaast voelde ik me onzeker en gefrustreerd door mijn zoektocht die al een aantal jaar duurde. Ik zag anderen doorgaan, weten wat ze wilden en dat ook bereiken. En ik? De stappen die ik de laatste jaren had gezet, bleken net niet de juiste. Het gras was prachtig groen, maar niet in mijn tuin. Bij mij was het bruin en verdord. En ik was de tuinman, dus ik had het verwaarloosd. Ik had geen water gegeven, ik had onvoldoende bemest.
Zoeken naar herkenning
Ik bleef met de vinger naar mezelf wijzen. Steeds maar weer. En dat hielp niet. Integendeel. Ik kwam moeilijk uit deze cirkel en merkte dat ik behoefte had aan verhalen van anderen. Ik moest meer weten over burn-out, over mensen die het ook was overkomen. Wat was het? Wie waren het? Hoe gingen zij ermee om? Ik haalde boeken over het onderwerp en dat bleek één van de eieren van Columbus. Ik las. En ik las mezelf.
Mijn eigen gedragingen, mijn eigen kenmerken, mijn eigen patronen. Ik las zinnen als “De perfectionist die dacht dat ze lui was”, “Ik bleef dus aardig voor de plager in mijn klas” en “Zolang ik waardering kreeg voor wat ik gedaan had, voelde ik me goed”. Over het nooit goed genoeg doen voor jezelf en over jezelf daardoor moeilijk rust gunnen; over niet boos kunnen worden omdat je bang bent een ander te kwetsen en over je gevoel van eigenwaarde laten afhangen van de waardering van een ander.
Het was enorm confronterend, maar door te lezen begon ik mezelf beter te leren kennen, zag ik patronen waar ik me tot dan toe niet bewust van was. De verhalen van anderen vormden een spiegel van hoe ik in elkaar stak, wat ik deed en wat het effect daarvan was. En hoe confronterend dit ook was, toch viel er een last van mijn schouders. De herkenning was érkenning. Ik wás niet de enige.
Het begin van acceptatie
Het was een ware openbaring en een enorme steun. Langzamerhand kon ik op een andere manier naar mezelf kijken. Het tweede ei was een cursus. Een cursus mindfulness. En wat in eerste instantie nogal zweverig op me overkwam, bleek alles behalve waar. Ik leerde (mijn lichaam) opnieuw te voelen. Ik leerde meer in het moment te blijven. En ik leerde meer te accepteren wat er is.
En ook dit confronteerde enorm, want pas daar besefte ik hoe erg ik het contact met mijn lichaam, en daardoor met mijzelf, kwijt was. Pas daar besefte ik hoe vaak ik bezig was met van alles, behalve het hier en nu. Druk met dingen die gebeurd waren. Druk met dingen die nog moesten of konden gebeuren. En last but not least kreeg ik pas daar het verhelderende inzicht om te leren accepteren.
Ik bleek goed in wegduwen. Frustratie? Onvrede? Onrust? Dat wilde ik helemaal niet voelen, dus duwde ik het, weliswaar onbewust, weg. Maar het bleek dan net als een klein kind dat om aandacht vraagt. Dat blijft ook achter je aanlopen als je er niets mee doet. Maar wat als je er naast gaat zitten, er naar luistert en het aandacht geeft? Juist. Het was tijd. Tijd om eens echt stil te staan.
De gouden combinatie van de boeken en de cursus zorgde ervoor dat ik steeds beter in de situatie en in mezelf kon ‘zakken’ en steeds minder knokte. Er begonnen lichtpuntjes te ontstaan. Er kwamen goede momenten. Ja, er was een begin van acceptatie. En dat bleek ook het begin van de weg omhoog.