Het is maandagochtend en ik zit met mijn laptop aan de keukentafel. Naast me staat een kopje koffie met een schuimlaag zó perfect dat het lijkt alsof ik eindelijk iets in mijn leven écht onder controle heb. De kinderen zijn naar school, de deadlines zijn nergens te bekennen en de zon valt precies goed door de ramen. Even denk ik: dit is het. Het leven zoals het bedoeld is.
Tot ik mijn telefoon pak.
Binnen drie swipes weet ik dat mijn koffie niet hip genoeg is (waarom geen havermelk?), mijn functietitels lang niet zo sexy zijn als die van iedereen op LinkedIn (Ik ben geen Chief Happiness Hero of Visionary Dream Alchemist) en dat ik eigenlijk zou moeten mediteren in een boeddhistisch klooster in Bhutan. Of, nou ja, minstens een ochtendroutine met ijsbaden en affirmaties vanaf 5 uur vanmorgen. Het duizelt me.
Volgens filosoof Byung-Chul Han is dit het leven in wat hij de “burn-out society” noemt. We zijn niet meer in gevecht met onderdrukkende systemen of tirannieke bazen; we vechten met onszelf. De vijand zit in ons hoofd en fluistert onophoudelijk: Meer. Sneller. Beter. Het leven is een wedstrijd, je bent je eigen onaffe doe-het-zelfklus en we rennen als hamsters onze rondjes – met onze eigen ShitFM als eindeloze commentator die de score bijhoudt.
Het rare is: we doen het onszelf aan.
Niemand eist van je dat je je cappuccino fotografeert en hem hashtag ‘blessed’ maakt. Maar toch doen we het, omdat er altijd ergens een versie van onszelf bestaat die mooier, fitter en succesvoller is. En die versie woont, heel gemeen, in ons hoofd.
Maar wat als het genoeg is? Niet meer werken aan het volgende diploma, de grotere auto, of die kast die Marie Kondo-proof moet zijn? Wat als we dit jaar, in 2025, maar één ding oefenen: het idee van genoeg?
Genoeg.
Het klinkt zo simpel, maar het is revolutionair. Genoeg is niet de plek waar je aankomt, maar de manier waarop je vertrekt. Wie ziet dat hij niks mist, bezit de wereld. Misschien zouden we daar maar eens een tegeltje van maken. Of waarom ook eigenlijk, het staat al hier. Precies genoeg.
Stel je voor: een wereld waarin we niet constant onze prestaties hoeven op te poetsen als een versleten trofee. Waar je ’s ochtends wakker wordt en denkt: het is goed zo. Niet perfect, niet indrukwekkend, gewoon goed. Een kopje koffie en een straaltje licht. Of zelfs dat niet. Hoeveel rust zou dat opleveren in 2025?
Misschien wel genoeg om, ik noem maar iets geks, gelukkig te zijn.