Waarom vergelijk je jezelf met anderen?
De tip die ik van anderen kreeg was echter: houd op met jezelf vergelijken met anderen. Ook simpel, ja, in theorie. Want hoewel ik heus wel weet dat ik me niet beter ga voelen door mezelf in te wrijven hoe goed anderen het voor elkaar hebben en dat even offline gaan een tijdelijke oplossing is, is dit vergelijken blijkbaar een soort ingebouwd, automatisch proces waar ik weinig controle over heb. Ik ben ook maar mens.
Sterker nog: er bestaat een hele psychologische theorie die verklaart waarom ik dit doe: the Social Comparison Theory. Deze theorie, ontwikkeld door psycholoog Leon Festinger in 1954, is gebaseerd op het idee dat mensen een drive hebben om zichzelf te evalueren. Om dit te doen – hun eigen meningen en talenten bijvoorbeeld beoordelen – vergelijken ze zichzelf met anderen. In de loop van de jaren is de theorie van Festinger uitgebreid met theorieën over het naar beneden en naar boven vergelijken: we vergelijken onszelf met mensen die er (volgens ons) slechter voor staan om een beter gevoel over onszelf te krijgen en andersom.
Ja maar, hoe dan?!
Het is dus heel makkelijk om jezelf te verliezen in een vicieuze cirkel van jezelf vergelijken en je onzeker voelen over wat je kunt, bent, wilt. De ironie is dat er maar een manier is om uit die cirkel te stappen: stoppen met vergelijken. Makkelijker gezegd dan gedaan, merk ik. Mijn online-detox hielp, maar is om een heleboel redenen – mijn werk bijvoorbeeld – niet vol te houden. Hoe kun je dan toch stoppen met jezelf met anderen vergelijken? Hieronder een paar tips!
1. Vergelijk jouw behind the scenes niet met iemand anders’ highlight reel
Deze quote komt meteen naar voren wanneer je googlet op ‘vergelijken,’ en ik ben het er helemaal mee eens. Weten dat iedereen (met name op social media, maar ook face-to-face) vooral de highlights van zijn/haar leven deelt scheelt echt al de helft. Hun poep stinkt ook. Ook zij hebben wel eens dagen dat hun haar niet zit, hun relatie niet loopt of hun pinpas het niet doet. Ze praten er alleen niet over – en die keuze respecteer ik – dus het lijkt alsof ik de enige ben. Ik geloof heel erg in de kracht van kwetsbaarheid en echt zijn, dus ik praat er lekker wel over.
2. Focus op jezelf en de dingen die jij wilt doen
Dat klinkt misschien een tikkeltje egoïstisch, maar laten we eerlijk zijn: soms zijn situaties en problemen van anderen gewoon not my circus, not my monkeys. (Pools gezegde. Echt.) Het is makkelijk – en verleidelijk – om je mee te laten slepen in de spanning en sensatie van de levens en issues van andere mensen, maar tegelijkertijd is het ook een manier om te ontsnappen uit de realiteit van je eigen leven. Dus: vaker nee zeggen tegen de sores van anderen en jezelf lekker onderdompelen in die van jezelf. Nee, grapje. Maar afstand nemen van de sores van anderen betekent wel dat je meer tijd en energie overhoudt om te werken aan de dingen waar jij blij van wordt. Zie ook punt 3.
3. Doe meer dingen waar je blij van wordt
De open deur der open deuren, maar daarom is ‘ie niet minder waar. Wanneer ik lekker in m’n vel zit, is die rabbit hole een stuk minder verleidelijk en als ik er al in val, een stuk minder donker. Dus: onderzoek waar je blij van wordt en maak er tijd voor. Maak het heilig. Of het nu een ochtendritueel is waardoor je je dag lekker begint, vaker naar yoga of alleen op vakantie: maak je geluk prioriteit. Boeit het meteen een stuk minder wat anderen doen.
4. Wees niet te hard voor jezelf
Deze is, voor mij in ieder geval, misschien wel het lastigst. Ik vind namelijk zelf dat ik niet heel hard ben voor mezelf – zeker niet als ik het vergelijk met anderen, maar uh, dat moet ik dus niet meer doen – maar nadat meerdere mensen aan me vroegen waarom ik zo hard ben voor mezelf, ging er een belletje rinkelen. Misschien hebben ze wel gelijk. I am my own worst critic. Niemand is zo streng voor mezelf als ik ben: ik moet niks van niemand, behalve van mezelf. Daar mag ik dus best een beetje in relaxen. Ik houd je op de hoogte van hoe dit gaat.
Conclusie? Jezelf vergelijken met anderen is supermenselijk, maar de kans dat je je er beter door gaat voelen is best klein. Niet meer doen dus – of in ieder geval een stukje minder. Onthoud dat het gras het groenst is waar je het water geeft!