Gewenst kinderloos

Voor de duidelijkheid: het is niet dat ik kinderen haat. En als jij er graag een half dozijn wil – be my guest! Ik behandel kinderen normaal, ik kan erg meeleven met mensen die ongewenst kinderloos zijn en heb groot respect voor moeders die tussen het kindermanagement door ook nog de tijd vinden om af en toe hun haar te kammen.

Ik vind alleen verhalen over tandjes, eerste schooldagen en zwemdiploma’s ongeveer net zo interessant als een vierdaags congres over het kweken van koikarpers. Een huilbaby of schoppende Kevin achter mij in het vliegtuig? Ik lóóp wel naar Ibiza. Kinderverjaardagen: ik word die dag toevallig dringend ergens anders verwacht (lees: thuis, op de bank). Babyfoto’s: ze lijken voor mij allemaal op elkaar.

Toegegeven, sommige kids vind ik best okee. Even met een koddige kleuter brabbelen over een tekening waar geen chocola van te maken valt kan nog aardig zijn, maar na vijf minuten is mijn kotervocabulaire echt wel uitgeput en verlang ik wanhopig naar een conversatie waar woorden met meer dan één lettergreep in voorkomen.

Liefde voor kinderen is verplicht

Laatst hoorde ik een vriendin zeggen: “dat ik geen kinderen wil, betekent niet dat ik niet dol op ze ben, hoor!” Zij meende het, maar het lijkt alsof we er allemaal onze best voor doen om duidelijk te maken dat je kinderen héél leuk vindt om een lynchpartij of vervelende discussie te voorkomen. 

Die angst is niet uit de lucht gegrepen. Voorstanders van kindvrije horeca en kinderloze vakantie-oorden krijgen op internetfora de wind van voren. Orna Donath, schrijfster van het boek “Regretting Motherhood” deed onderzoek naar vrouwen die spijt hebben van het moederschap, en werd vervolgens met de dood bedreigd. Een van mijn rij-instructeurs vond het nodig om mij vrij plastisch en op prekende toon uit te leggen dat de band tussen moeder en kind heel speciaal is ‘hoor’, omdat je een leven ter wereld brengt ‘via je geboortekanaal’. Gast, please!

En weet je, ik begrijp de heftige reacties nog ook.

Het nut van het taboe

Niemand vindt het leuk als iets waar je van houdt afgekat wordt. Mensen vatten kinder-antipathie zelfs op als een directe belediging aan het adres van hun eigen kroost. Ook dat snap ik best. Mensen die mijn poezenbeesten met een viezig gezicht van zich af duwen als zij een kopje komen geven veranderen ook in mijn ogen eventjes in onmensen.

In het nieuws worden minderjarige slachtoffers van misdrijven en rampen altijd nog met extra nadruk en pathos genoemd. Blijkbaar is iedereen het erover eens dat jonge slachtoffers erger zijn dan volwassen slachtoffers. En ondanks dat ik dat verschil zelf niet voel, kan ik het vanuit evolutionair oogpunt best verklaren: het beschermen van de zwakkeren is een teken van beschaving en is essentieel voor het voortbestaan van de soort.

Omring jezelf met A-spelers

Ik vond het altijd maar vervelend dat het blijkbaar niet mocht: kinderen niet leuk vinden. Ik verzette me door het er juist over te hebben en lekker tegen de schenen te schoppen. Ik kan niet zeggen dat het daar gezelliger van werd of dat het begrip voor mijn mening groeide. 

Wat wel hielp? Me omringen met zogeheten A-spelers: mensen die dezelfde kernwaarden met mij delen. Deze mensen hebben vaak genoeg zelf kinderen! Maar we delen de waarde ‘vrijlaten’. Zij respecteren mijn mening, en ik de hunne. Ik ben gestopt met hengelen naar bevestiging en druk me voorzichtiger uit. Daarmee krijg je veel eerder de acceptatie die je zoekt. Of dit nou gaat om je mening over kinderen of over iets anders.

Vrijheid van meningsuiting is mooi. Maar nog mooier? Tact en verbinding.

Heb jij ook een afwijkende mening, en hoe ga je daarmee om? Deel het met ons in de comments!