“Ik kan er niks aan doen. Ik ben nou eenmaal chaotisch. Ik heb alles al geprobeerd”, reageer ik quasi-nonchalant of ronduit geïrriteerd. Dat laatste vooral als mijn vader goed bedoeld voor vertrek van mijn ouderlijk huis vraagt of ik alles bij me heb. Meer boos op mezelf dan op hem. Lange tijd kreeg ik de huissleutels niet meer mee, geheel terecht, uit voorzorg dat ik ze ergens zou laten slingeren. De keren dat ik weer terug moet lopen, ergens iets vergeet? Ontelbaar.
Creativiteit en chaos
De staat van verwarring is mijn natuurlijke staat van zijn. Tenminste, dat dacht ik lange tijd. Of dat wílde ik denken. Chaotische mensen zijn creatief en creativiteit staat hoog in mijn vaandel. Zo maakte ik mezelf onbewust afhankelijk van de chaos. Ik identificeerde me ermee en bevestigde het constant in de realiteit. Mijn wanorde als een slechte gewoonte, waar ik me gemakkelijk achter kon verschuilen. Ik draaide rondjes in mijn zelfgecreëerde vicieuze cirkel.
Ondertussen groeide de angst. Als ik even mijn sleutels, portemonnee of telefoon niet kon vinden, word ik verblind door paniek. Getriggerd door alle keren dat het fout ging. Die nare gevoelens dempte ik weer met idee dat het erbij hoort, het de keerzijde is van mijn creativiteit. Dat het wel meevalt en wel goed zou komen. Pure korte-termijnbevrediging. In de kern bleef het probleem bestaan.
Bewust van eigen gedachten
En toen zag ik het licht. Helder, fel en.. Juist, dat is een ander sprookje. Op het pad van persoonlijke ontwikkeling, raak ik langzaam bewust van mijn gewoonten, gedachten en overtuigingen. En raak ik overtuigd van het idee dat ik er wel degelijk iets aan kan veranderen. Verandering gaat niet zonder moeite. Maar is wel de moeite waard?
Ineens blijkt dat ik kan plannen. Zelfs mijn spullen vaak weet te organiseren en verzamelen voor vertrek. Hoe dan? Ik ben begonnen met mezelf niet meer chaotisch te noemen, maar geordend. Ik ken genoeg mensen die supercreatief zijn én supergeordend. Ik ben daar één van. Ik ben er heilig van overtuigd.