Waarom bang zijn voor de dood als je ook bang kunt zijn voor spreken in het openbaar? Want doodgaan in het echte leven doe je één keer, hoe anders is dat bij spreken in het openbaar. Daar sterf je gemiddeld een duizend doden. Per keer. Als ik kon kiezen tussen een zaal vol mensen toespreken of parachutespringen, koos ik even geleden zonder twijfel dat laatste. Met of zonder parachute.

Spreekangst, oh boy, dat gun je zelfs de meest vermoeiende spreker niet. Zelfs Albert Verlinde niet. Vooruit, die misschien een beetje. Voor mij bestond er in ieder geval geen grotere angst dan anderen toe te spreken. Al was het maar een voorstelrondje. Als je ergens van leert to the point te komen, dan is het wel met wat spreekangst. Ik leerde mezelf in twee woorden samen te vatten: mijn voor- en achternaam. Ik bedoel, besef eens wat er kan gebeuren als je een groep toespreekt: iedereen verwacht en vindt wat van je (vet heftig), je komt niet uit je woorden of je vergeet je verhaal. Dat is toch hel?

“Angst kan je goed ergens vandaan houden”

Angst vreet aan je. Verstijft je. Angst creëert onzekerheid en onzekerheid creëert angst. Lekkere cirkel dus. Angst begint klein, groeit rustig door en wordt uiteindelijk zo groot dat het jou klein maakt. En met jou ook je dromen, ambities en verlangens. Zoals in het boek van 365 Dagen Succesvol zo mooi wordt samengevat: angst kan je heel goed ergens vandaan houden, maar helpt je heel slecht ergens naartoe. Dat was bij mij niet anders. Ik was een vleesgeworden Calimero die met een halve eierdop op zijn hoofd bang was voor de grote wereld. En boos op zichzelf dat hij bang was. Want bang zijn om te spreken in het openbaar hoort niet. Niet bij mij.

Op mijn 30e hield ik de eierdop voor gezien. Zat al een tijd niet al te best meer en het was ook geen gezicht. Ik was helemaal klaar met de angsten. Ik was er klaar mee dat ik niet op een bruiloft, een begrafenis of zelfs voor een groepje bekenden durfde te spreken. Ik was er klaar mee dat ik mijn angsten, verwachtingen en vooroordelen liet bepalen wat ik deed en hoe ik in het leven stond.

Spreekangst versus realiteit: de teleurstelling

Als je iets wilt veranderen, dan moet je iets doen wat je normaal niet doet. Zo simpel is het. In het geval van spreekangst is dat dus voor een groep gaan staan. Dat kon voor mij niet zo moeilijk zijn, want ik had alles, maar dan ook echt alles, al een keer in gedachten meegemaakt. Mijn geslacht had ik al op talloze manieren te schande gemaakt. Ik had in een foetushouding huilend achter het spreekgestoelte gelegen, was al door een (dicht) raam naar buiten gesprongen en had al naakt voor de groep mijn presentatie gegeven. Ik deed alles voor de kick. Het echte werk was dan ook wat teleurstellender in die zin.

Ik stond voor het eerst in jaren weer voor een groep, hakkelde wat, raakte buiten adem, viel stil, hing nog wat rond en bedankte het aanwezige en weggelopen publiek. Toen ik ging zitten? Rauw geluk. Ik had mijn hel bezocht en was niet dood gegaan. Sterker nog, ik voelde meer energie dan ik in jaren had gevoeld! De kick van iets doen wat je niet durft, is zo verrijkend.

De ervaring om ondanks al je angst, twijfel en onzekerheid, de angst te omarmen en er te gaan staan is één van de engste en meest verrijkende momenten tegelijk. Wat overblijft is niet hoe bang je was, maar de trots dat je iets hebt gedaan wat iedereen, behalve jijzelf, voor mogelijk hield. Dat gevoel is pas écht de moeite waard om voor te sterven.

Herken je je in dit verhaal van spreekangst? Deel dan vooral je ervaring en tips in de comments hieronder.