Waarom optimisme belangrijk is in moeilijke tijden
Optimisme is geen naïeve sprong in de afgrond van een onzekere toekomst. Het is geen geforceerde glimlach of een mantra van “het komt wel goed” terwijl het schip zinkt. Optimisme is de vastberaden keuze om te blijven bouwen aan iets beters, zelfs in duisternis. Het is erkennen dat het niet goed gaat – maar dat juist wij het verschil kunnen maken.
Karl Popper, filosoof en overtuigd pleitbezorger van een open samenleving, zei ooit dat het ‘onze morele plicht’ is om het geloof in vooruitgang niet los te laten. Poppers waarschuwing was helder: het verval van de samenleving begint niet bij het kwaad in de wereld, maar bij ons geloof dat het niet anders kan.
Popper sprak over de “optimistische plicht” als een noodzakelijke keuze, juist als alles uitzichtloos lijkt. Zijn boodschap resoneert nu, misschien wel luider dan ooit. Als we in een tijdperk van pessimisme onze hoop verliezen, laten we de toekomst over aan diegenen die wél geloven dat de wereld een plaats van haat en verdeeldheid hoort te zijn.
Innerlijke Vrede: de eerste stap naar hoop
Dus waar begint die optimistische plicht? Bij iets eenvoudigs en soms juist zo moeilijk: vrede in jezelf. Vrede betekent niet dat we blind zijn voor onrecht, maar dat we weigeren de geest te vergiftigen met haat en wanhoop. Want hoe kunnen we vrede in de wereld verwachten als we het niet in onszelf koesteren?
Hoe jouw kleine daden hoop creëren om je heen
Vervolgens ligt die vrede om je heen. In je buurt, op je werk, in je gezin. Het begint met kleine daden: het woord van hoop, het gebaar van begrip, de moed om tegen ongelijkheid in te gaan. Je bouwt een cultuur van vrede met de mensen om je heen, stap voor stap, dag na dag.
Popper meende dat een open samenleving nooit vanzelf ontstaat – zij moet keer op keer worden gekozen, opgebouwd en bewaakt. En zo, in moeilijke tijden, worden wij opgeroepen om de wereld in het licht te houden, niet door de moeilijkheden te negeren, maar door ze te trotseren.
Vooruitgang en vrede
In donkere tijden is het makkelijk om cynisch te worden, om toe te geven aan de verleiding van wanhoop. Maar als we iets van waarde willen nalaten, dan is dat misschien wel de moed om in vrede te geloven. En daarin schuilt onze kracht als mensen en als maatschappij – het vermogen om licht te brengen, zelfs als het lijkt alsof het uitdooft.