“If you love a flower, don’t pick it up.
Because if you pick it up, it dies
and it ceases to be what you love.
So if you love a flower, let it be.
Love is not about possession.
It’s about appreciation.”
– Osho

De vijf niveaus waarop je een relatie kunt hebben

Wij geloven dat er vijf niveaus bestaan waarin een liefdesrelatie zich kan bevinden. Tijdens Miracle Roadmap ontmoeten we veel mensen die op een niveau zitten waar ze niet gelukkig van worden. Vaak is dat niveau drie of twee, maar ook anderen komen voor. Alleen al dit inzicht helpt enorm, laat staan wat er gebeurt als we ermee aan de slag gaan. Kijk goed of je iets herkent in je huidige relatie of voorgaande relaties.

Een: Liefde bestaat niet

Er zijn mensen die geloven dat ware liefde helemaal niet bestaat. Ze beschouwen het als een toneelstukje waarin eigenlijk hele andere belangen spelen, zoals status of geld. Ze zien het concept van liefde als iets kwaadaardigs, enkel bedoeld om anderen te kwetsen, vernederen of overheersen. Dat wil niet zeggen dat deze mensen vrijgezel blijven. Ze gaan wel degelijk relaties aan, vol wantrouwen, weerzin of woede. Ze beginnen relaties omdat het van ze verwacht wordt en zullen zich nooit overgeven aan de ander. Vaak speelt er nog iets heel anders, zoals mishandeling of misbruik, waardoor al op jonge leeftijd het zuivere vertrouwen in liefde is vernietigd. Ze hebben als onbewuste overtuiging dat de wereld een hele onveilige plek is.

Twee: Liefde bestaat niet voor mij

Een grotere groep mensen is er wel degelijk van overtuigd dat liefde bestaat en dat het ook mogelijk is om goede en fijne relaties te hebben – alleen niet voor hen. Ze zijn gaan geloven in hun eigen verhaal dat niemand ze wil en niemand op ze zit te wachten. Ze kijken verdrietig of bewonderend of jaloers naar leuke relaties in hun omgeving en zijn ervan overtuigd dat dit niet voor hen is weggelegd. Ze zijn vaak gekwetst, voelen zich onzeker en soms eenzaam. Ze laten zich misbruiken in de relaties die ze aangaan omdat ze geloven dat ze blij moeten zijn iemand te hebben. Alle ambitie om er wat goeds van te maken, ontbreekt, omdat ze ervan overtuigd zijn dat er niet meer in zit. Het slachtofferschap is onderdeel geworden van hun identiteit en hun imago en daardoor hebben ze het zichzelf nóg weer lastiger gemaakt daar iets in te veranderen. Wat ze zichzelf vertellen is dit: ik wil het wel, maar ik kan het niet. En zelfs als ik het zou kunnen, wil niemand het met mij.

Drie: Scheve liefde

Verreweg de grootste groep mensen heeft een relatie als deze: een scheve liefde, waarin de ene partner duidelijk meer van de ander houdt dan andersom. Misschien herken je dit: je kunt je bijna niet voorstellen dat de ander van jou houdt. Wie ben jij om zijn liefde te krijgen? Je loopt op je tenen om de ander tevreden te houden, zet het geluk van je partner altijd op de eerste plaats en vindt het moeilijk om ertegen in te gaan of ruzie te maken. Je bent als de dood dat de ander vertrekt.

Of misschien herken je wel dit: als je heel eerlijk bent, vind je dat de ander zich maar gelukkig mag prijzen met jou. Je hebt hem of haar tenslotte echt niet nodig en jouw leven is bovendien veel leuker. Het zou fijn zijn als hij of zij zich een beetje gedraagt bij je vrienden. Je weet het immers maar nooit. Gelukkig ben jij degene die alles bepaalt thuis, van de inrichting tot de vakantiebestemmingen. Dan weet je tenminste zeker dat het goed komt.

In bijna de helft van de liefdesrelaties kijken de geliefden elkaar niet helemaal recht in de ogen: er is een stille hiërarchie tussen hen en ze weten het allebei. De liefde is niet gelijkwaardig en dat is volstrekt normaal geworden. Je herkent ze vaak meteen: de man die zich de huid laat vol schelden door zijn vrouw en daar volkomen onbewogen naar luistert; de vrouw die al jaren weet dat haar man er meerdere vriendinnen op na houdt en dat stilletjes accepteert; de man die zich precies kleedt zoals zijn vrouw dat wil en is vergeten dat hij ooit zelf een smaak had; de vrouw die zichzelf net iets te snel hoort zeggen dat zíj wel minder gaat werken wanneer er kinderen komen – terwijl ze eigenlijk dol is op haar baan.

Vier: Wij zijn liefde

Bij een kwart van de relaties is het gelukkig heel erg fijn. De partners zijn erg op elkaar gericht, en op hun gezin, en er is ontzettend veel liefde en plezier. Beide partners zijn gelijkwaardig. Er is aandacht voor elkaar, zekerheid en vertrouwen. Ze halen rust en zelfrespect uit de liefde van de ander. Ze maken elkaar compleet, als yin en yang. Ze vinden dat ze het goed voor elkaar hebben samen: je ziet zo veel narigheid in andere relaties. Dan hebben zij het toch maar mooi getroffen samen.

Vijf: alles is liefde

Voor slechts een heel klein deel van de stellen is het nog mooier: ze hebben een superrelatie. Ze weten dat ze in totale onafhankelijkheid met elkaar verbonden kunnen zijn. Ze hebben de ander niet nodig voor hun eigen geluk. Ze zijn zelf helemaal ‘heel’. De partners zijn geen opvulling in elkaars leven, maar een aanvulling. Ze zijn niet bij elkaar omdat ze het nodig hebben, maar omdat ze het geweldig vinden om samen te zijn. Ze vinden elkaar grandioos. Hun relatie is groter dan de optelsom van de twee samen. Ze dragen samen bij. Ze hebben een gezamenlijk plan voor de toekomst. Ze leven met plezier in het nu en werken samen aan een perspectief voor straks. Ze hebben een diepe en actieve vriendschap. Ze hebben geweldige seks. Ze vertrouwen de ander volledig. Ze werken actief aan het beter maken van hun eigen leven en dat van de ander. Ze zouden met niemand willen ruilen.

Dit is waarom het zo vaak mis gaat in de liefde

Dit is het ding. Wat je wilt, is streven naar niveau 5, omdat daar de hoorn des overvloeds ligt. Daar zit de meest duurzame en betekenisvolle variant van liefde. Maar hoe kom je daar?

Een belangrijke voorzet wordt gedaan door het werk van C.S. Lewis en Abraham Maslow. Lewis en Maslow onderscheiden twee soorten liefde. Aan de ene kant is er de ‘need-love’ of ‘deficiency-love’, waarbij je eigenlijk zegt: ik heb de ander nodig. Je zou dit de onvolwassen liefde kunnen noemen. Een klein kind heeft bijvoorbeeld zijn moeder nodig om te overleven, omdat zij hem beschermt en warm houdt en voedt. Is het dan liefde dat het kind voor moeder voelt? Waarschijnlijk niet: het is overlevingsdrang. Wanneer moeder vervangen zou worden door een ander persoon die hetzelfde doet, voelt het kind hetzelfde bij die persoon. Het kind stroomt niet over van liefde, maar van behoefte. Opvallend vaak blijven we in dit patroon hangen. We beschouwen een ander als noodzaak om zelf ‘heel’ te zijn en ons ‘compleet’ te voelen. We hebben het opeens over onze ‘wederhelft’, alsof we zonder de ander nog maar de helft zouden zijn.

Het probleem is dat we denken dat dit liefde is. Maar dat is het niet. Het is onze eigen behoefte. Het is een tekort in onszelf dat de ander mag vullen. En je kunt op je vingers natellen: dat is niet zo handig. Je bent afhankelijk geworden van de ander en daarmee maak je jezelf klein. Maar je maakt ook de ander klein, want dat is opeens een middel geworden om jezelf beter te laten voelen. Alsof het jouw bezit is. Maslow en Lewis noemen deze vorm van liefde nog heel vriendelijk ‘love’, maar eigenlijk is dat het niet: het is een behoefte. Misschien zijn we wel ouder geworden, maar op emotioneel niveau zijn we nog het kind aan de borst dat moeder nodig heeft om te blijven leven.

Je kunt het eenvoudig bij jezelf checken: hoeveel blijft er van je over als de ander vertrekt? Heb je genoeg aan jezelf of heb je de ander nodig? Dat is je antwoord.

Liefde als staat van zijn – dat wil je

De andere vorm van liefde die Maslow en Lewis onderscheiden is de ‘gift-love’ of ‘being-love’. Liefde als staat van zijn. Niet als ruilproduct of als manipulatiemiddel, maar als iets waar je van overstroomt. Je kunt het zien als een douche die altijd aanstaat. Ook als er niemand onder staat, gaat niet opeens die douche uit. Want liefde is wie je bent: er is genoeg en het kan niet op.

In eerste instantie is er ook genoeg voor jezelf. Je houdt van jezelf en je vertrouwt jezelf. Je verklaart jezelf helemaal compleet en helemaal heel. Je hebt de ander niet nodig, er is geen gat dat gevuld moet worden. Je bent liefde. Dan pas kun je vrij liefhebben. Niet omdat je daarvoor iets terug wilt (zoals trouw, of aandacht of liefde of wat dan ook), maar omdat je liefhebt. Het middel is het doel.

Echte liefde is iets dat je alleen maar kunt geven. Eindeloos geven. Omdat het niet op kan. Eigenlijk zijn we het niet helemaal met Lewis en Maslow eens. Er zijn niet twee soorten liefde. Er is maar 1 soort, namelijk die waarbij je de ander niet nodig hebt. De andere vorm is geen liefde, maar heel goed vermomde angst. Zo goed vermomd, dat huwelijk na huwelijk op basis daarvan gesloten wordt. En stuk gaat.

Wil je met minder stress en gedoe en meer zelfvertrouwen en liefde jóuw leven leiden?

Heb jij het gevoel dat er meer in het leven zit? Wil je je dromen en verlangens echt een keer belangrijk maken? Wil je jezelf nu eens een keer op nummer 1 zetten? Via onze nieuwsbrief helpen we je daar nú mee te starten. Al meer dan 160.000 mensen ontvangen onze wekelijkse dosis inspiratie in hun mailbox.