Deze week wordt er weer gestemd.
Er zijn weer borden, debatten, meningen. Zóvéél meningen.
We trekken lijnen in het zand en kiezen een kant.
Alsof de wereld in tweeën kan.
Alsof de ander een tegenstander is.

De mens achter de mening

Maar mijn PVV-neefje wil gewoon dat zijn familie veilig is – en mijn D66-collega ook. Mijn GroenLinks-vriendin wil gewoon dat er iemand is die voor haar zorgt als ze ziek wordt – en mijn BBB-bekende ook. Mijn VVD-kennis wil gewoon iets betekenen, iets achterlaten dat groter is dan hijzelf – en mijn Partij voor de Dieren-vriend ook.

Wat ons verbindt

We lijken meer op elkaar dan we denken.
We willen allemaal liefde.
We willen thuiskomen, ergens bij horen, niet bang hoeven zijn.
We verschillen alleen in de route ernaartoe.

De afstand die we creëren

Toch gedragen we ons alsof dat verschil alles bepaalt.
We praten niet meer met elkaar, maar over elkaar.
We zien een slogan, een profielfoto, een karikatuur, geen persoon.
We zien een mening, geen mens.

De uitnodiging tot luisteren

Ik geloof niet dat we elkaars vijand zijn.

Ik geloof dat we vergeten zijn hoe het voelt om naar elkaar te luisteren zonder meteen te hoeven reageren. Om nieuwsgierig te zijn in plaats van overtuigd. Om te begrijpen in plaats van begrepen te worden. Om te vragen: “Vertel eens, waarom denk jij dat? Waar geloof je in? Waar ben je bang voor?” Een gesprek dat gewonnen moet worden, is geen gesprek.

De moed om vriendelijk te zijn

Vrede begint met het besef dat het niet laf is om het vriendelijk oneens te zijn met elkaar, maar juist dapper. We kunnen blijven roepen, óf we kunnen weer beginnen met praten. We kunnen elkaar blijven wantrouwen, óf elkaar weer herkennen in onze angst en onze hoop. We kunnen kiezen voor gelijk krijgen, óf voor elkaar terugvinden tussen alle ruis.

Wat we écht verlangen

Stem wat je wilt.
Verdedig wat je gelooft.
Maar kijk ondertussen om je heen.
Zie de mens naast je, niet de mening.

Zie dat we, hoe verschillend ook, allemaal hetzelfde verlangen delen:
dat onze kinderen veilig thuiskomen,
dat we morgen gezond wakker worden,
dat er iemand op ons wacht,
dat het morgen weer ietsje beter wordt dan vandaag.

Dat is wat we willen, allemaal.

Zolang we dat niet vergeten,
kan er niemand écht verliezen.