Elke dag staan er nieuwe suggesties in de krant over wat onze kinderen op school zouden moeten leren. Chinees zou een goed idee zijn, hoor je vaak. Of programmeren. Of mindfulness. Maar waar je niemand over hoort, is wat kinderen op dit moment op school leren – wat ze misschien helemaal niet zouden moeten leren. Wat we ze per ongeluk aanleren. Wat er zomaar in is geslopen terwijl niemand dat eigenlijk wilde. En waar al die kinderen vervolgens een leven lang vanaf proberen te komen.

Per ongeluk geleerd op school

Moet je voorstellen dat je in een ruimte wordt gestopt waar je niet mag bewegen wanneer je wilt, niet mag samenwerken als je een moeilijke toets krijgt en waar je stiekem leert dat er maar één ding is dat er écht toe doet: slagen voor een examen.

Je ziet de gevolgen elke dag om je heen. Hoeveel mensen ken je bijvoorbeeld niet die geen centimeter bewegen achter hun bureau of die weer opnieuw moeten leren samenwerken op troosteloze teambuildingsdagen? Of bij wie een complimentje van de chef het enige is dat er echt toe doet? Allemaal per ongeluk geleerd op school. Maar het ergste komt nog: schoolvakanties.

Schoolvakanties, een fossiel uit het verleden

Schoolvakanties zijn een fossiel uit de tijd dat kinderen nog in hoogzomer moesten helpen op het land. Maar in 2016 is het vooral heel vreemd! Je leert al als je vier bent, dat er momenten zijn in je leven waarin je ‘vrij’ bent – en heel veel momenten waarin je dat dus blijkbaar niet bent. Je leert dat je toestemming van een ander nodig hebt om te kunnen doen wat je wilt. Vakantie vieren bijvoorbeeld. Terwijl: misschien willen veel kinderen wel helemaal niet zes weken achter elkaar vrij. Omdat ze hun vrienden missen. Of omdat ze leren veel te leuk vinden.

Wat leren we onze kinderen?

Misschien willen kinderen juist veel langer vrij zijn dan zes weken – omdat ze veel meer leren van buiten in de tuin wroeten, of een kast timmeren met hun moeder. En geen van die dingen is een optie: je leert als kind dat het leven in grote lijnen al voor je is bedacht. En dat het er niet zo veel toe doet hoe je dat zelf wilt.

Als je het een beetje zwart-wit bekijkt, zou je kunnen zeggen dat we op deze manier kinderen leren dat ze niet vrij zijn. En dat ze geen zeggenschap hebben over zichzelf en de wereld. En dat ze voor elke keuze die ze willen maken, de toestemming nodig hebben van een ander. Dat zou bij elkaar genoeg moeten zijn om ze af te schaffen, die rare vakanties – en ieder gezin zelf te laten bepalen wanneer ze vrij zijn.

Wat vind jij? Zouden we iets moeten veranderen aan ons schoolsysteem en de wijze waarop we de vakanties organiseren? We horen het graag! Deel hieronder je reactie.