Loslaten aan een touwtje

Een aantal jaar geleden stond ik met twee vrienden op de Westerstraat in Amsterdam. Het was Koningsdag en we hadden bedacht iets bijzonders te gaan doen. Op zo’n dag als deze, waarbij iedereen met mooie kraampjes van z’n troep af probeerde te komen, leek het ons mooi iets te doen waar je ook echt wat aan had. We besloten datgene te gaan verkopen wat mensen uiteindelijk het liefste wilden hebben: positieve emoties.

Het was ver voordat ik me met David verdiepte in menselijk geluk en we besloten puur op intuïtie het volgende te doen. Het eerste dat we verkochten was een compliment. Voor een euro zeiden we iets ontzettend liefs tegen je, dat we nog meenden ook. Iets duurder was de knuffel, maar voor twee euro en vijftig cent kreeg je een hartverwarmende knuffel die je nooit meer zou vergeten. Een group-hug mocht ook.

De klapper was onze Laat-het-los-ballon: een hartjesvormige ballon, gevuld met helium en met een kaartje eraan. Op het kaartje kon je schrijven wat je wilde loslaten en dan zouden we samen de ballon loslaten. De hemel in, met je kaartje eraan. Om er gezamenlijk naar te zwaaien en heel hard ‘doei’ te roepen, zodat je in elke vezel van je lijf voelde dat je het ook echt had losgelaten.

Loslaten is niet zo makkelijk

Totaal onverwacht werd de Loslaat-ballon de klapper van de dag. Ballon na ballon ging de lucht in (het was jaren voordat we ons realiseerden dat dit niet zo milieuvriendelijk was – dus vergeef me daarvoor) en het ene na het andere bijzondere verhaal werd aan ons verteld. De jongen die door zijn meisje in de steek was gelaten en haar wilde loslaten. De mevrouw die net haar baan was verloren en dat wilde loslaten. De meneer die door een ongeluk een jaar had gerevalideerd en dat wilde loslaten. Kaartje na kaartje werd volgeschreven en met tranen in onze ogen, of soms op onze wangen, stonden we als zeehonden te zwaaien naar de ballonnen in het zwerk.

Mensen namen de tijd om zorgvuldig te formuleren wat ze wilden opschrijven en als ze vervolgens met de ballon in hun handen stonden, vroeg het vaak om flink wat aanmoediging om hen de hand te laten openen – en de ballon te laten gaan. Loslaten bleek nog niet zo eenvoudig

En toen gebeurde er iets wat mijn idee over loslaten voor altijd zou veranderen.

Loslaten wat je niet kunt loslaten

Er meldde zich een stel bij me. Ze hadden elkaar stevig vast en het leek alsof ze het moeilijk vonden me aan te kijken. De mevrouw keek op en zei: “We willen graag wat loslaten, mag dat?” Ik lachte naar haar. “Natuurlijk!” zei ik, “Daar zijn we voor,” Haar man keek me aan en zei: “We hebben een paar maanden geleden ons zoontje verloren. We dragen dat elke dag bij ons. We zouden het graag willen loslaten,”

Op dat moment werd alles om me heen futiel. De cocktailbar naast ons met zelfgemaakte limonade. Mijn collega-verkoper die iemand uitgebreid stond te complimenteren voor een euro. De oranje verf in mijn haar en het vlaggetje op mijn wang. Het leek alsof iemand in één keer alle lucht had weggezogen om ons heen. Het werd stil in de Westerstraat.

Ik knikte naar het stel en glimlachte. “Kom,” zei ik. We kozen een ballon en een kaartje uit en liepen een beetje bij de rest vandaan. Ze namen de tijd voor het kaartje. Elk woord werd gewogen. Hij schreef, zij hield hem stevig vast. Het was tijd.

Samen hielden ze het touwtje vast. Zij kuste het kaartje. Hij kuste haar. Ze fluisterden nog wat woorden naar elkaar en naar de ballon – en lieten los. We huilden. De ballon werd meteen opgepakt door de wind en danste kort voor onze ogen. En toen: omhoog! Bij ons vandaan. Het stel hield elkaar vast. De mevrouw zwaaide even. De ballon kreeg hoogte en snelheid, suisde door de Westerstraat, langs de kleedjes en de kraampjes, omhoog, langs de ramen en de vlaggen, omhoog. Los. Naar de blauwe lucht.

Loslaten – wat als het niet lukt?

En opeens was daar die boom.

Geen van de ballonnen was vandaag in de boom beland. Niet één.

En deze ballon vloog er naar toe. Steeds dichterbij, naar de nog bijna kale takken van een boom in die frisse lente. We keken met z’n drieën naar de ballon en zagen hoe hij onder een tak dook en daar klem kwam te zitten, als een rode vrucht in een lege boom.

De ballon zat vast. Vlakbij, in de eerste boom in de straat, Met een touwtje eronder met een kaartje eraan.

Mijn eerste reactie was paniek. Het moment was beladen en emotioneel en ik wilde graag dat het goed zou gaan voor deze mensen. En precies dan gebeurde dit. Ik was al bijna onderweg naar de boom om hoogstpersoonlijk die ballon los te schudden, toen de vrouw mijn arm pakte. “Het geeft niet,” zei ze “Het is misschien wel precies goed zo,”

Ze keken samen naar de ballon en draaiden zich om. Ik heb ze nooit meer gezien.

Wat ik leerde over loslaten

Die dag leerde ik een belangrijke les. We hebben de afgelopen jaren van loslaten een soort religie gemaakt – het medicijn tegen alles. Zit je ergens mee? Laat het los. Stress? Gewoon loslaten. Pijn en verdriet? Laat het los.

We vergeten echter onszelf een belangrijke vraag te stellen: waarom willen we het eigenlijk loslaten? Natuurlijk is het evident dat we geen pijn en verdriet willen, we zijn tenslotte pijnvermijdende wezens en gelukkig maar. Maar klopt het wel dat loslaten daarvoor de beste oplossing is? Is het makkelijk? Is het een garantie op succes? Is het nodig?

Ik denk van niet. Ik denk dat als we iets niet uit ons hoofd krijgen, dat het dan daar misschien wel hoort. En waarom zou je iets willen loslaten dat daar misschien wel hoort? Wat ik denk is dit: iets echt loslaten is zo moeilijk dat het bijna nooit lukt. Bovendien ontken je met dat loslaten een belangrijk deel van jezelf. Het is namelijk tóch gebeurd. Het is onderdeel van je en het heeft je mede gemaakt wie je bent. Dan kun je het misschien maar beter bij je houden – in een vorm waardoor het geen pijn meer doet.

Dus niet loslaten. Maar wat doe je dan wel?

In onze programma’s besteden we veel aandacht aan deze stappen, omdat ze vrijwel voor iedereen herkenbaar zijn. We krijgen namelijk in ons leven allemaal cadeaus waar we niet op zitten te wachten. Het leven overkomt je tenslotte in grote mate. Dus hoe ga je om met dingen die je wilt loslaten?

Wat we uitgebreid behandelen en wat met veel mensen supergoed lukt, is deze volgorde. Als eerste zie je je rauwe realiteit onder ogen: het is wat het is. Vervolgens leer je om dankbaar te zijn voor wat die gebeurtenis je heeft gebracht. Daarmee ben je niet altijd dankbaar voor je gebeurtenis zelf (want die kan pijnlijk of verdrietig of rauw zijn), maar wel voor het mogelijke cadeau dat er in zit. Daarna besluit je dat die hele gebeurtenis en alle emoties daarvan, bij je horen. Dat heeft je gemaakt wie je bent en dat is goed. Vervolgens onderzoek je wat de mooie consequenties kunnen zijn van die gebeurtenis – en die vergroot je uit.

Zo laat je niets los, maar transformeer je jouw ellende in iets moois, vrij van pijn. Is dit makkelijk? Nee. Is dit te leren? Ja.

Loslaten in 1 simpele tip:

Het enige wat je wilt loslaten, is het idee te moeten loslaten. Alles wat er is gebeurd, heeft je gemaakt tot wie je nu bent. En dat is precies goed. Want je zult zien: elke keer als je echt wilt loslaten, staat er een boom in de weg.