In de trein van Haarlem naar Eindhoven, zonder oordopjes. Iemand enig idee wat voor hel dat is? Het begon met het meisje die wel oordopjes mee had genomen. Helaas niet zulke goede want de hele coupé kon van haar muziek meegenieten. Er was ook een neusophaler, een kauwgomkauwer, twee kakelende dames en uiteraard het kind wat spelletjes mét geluid speelde. Aan de overzijde van het gangpad zat een saai ogende mijnheer. En juist hij, deze rustige mijnheer die overigens dameslaarzen droeg, maar dat heeft niets met dit verhaal te maken, deze man dreef mij tot waanzin! Welkom in de wereld die misofonie heet.

Nog één keer en ik breek je vingers

Misofonie betekent letterlijk: haat van geluid. Het is niet altijd zo geweest, vroeger waren er maar twee geluiden waar ik minder goed tegen kon: het knakken van kootjes en als iemand aan de andere kant van de telefoon aan het eten was. Het was licht irritant maar niet meer dan dat. Tot ik een paar jaar geleden een burn-out kreeg. In de aanloop naar Mijn Grote Instorting werd mijn tolerantie voor bepaalde geluiden minder tot het punt dat ik een keer ‘Starsky and Hutch-stylie’ over de vergadertafel dook om de vingers van een notoire koten-knak collega in de houtgreep te nemen en hem met een iets psychotische blik te vragen of hij soms definitief geknakte kootjes wilde. Kort daarna stortte ik met een dikke burn-out ter aarde en kreeg in de periode die volgde steeds vaker last van alledaagse geluiden. Kauwen, snuiven, ademen, het zoemen van apparaten, smakken, piepjes, toeters, kinderen, verkeer, muziek, hard lachende mensen en ga zo maar door.

Vluchten of vechten

Er is een verschil tussen een geluid ‘gewoon’ vervelend vinden en er misofonisch onpasselijk van worden. Als er een geluid is wat me triggert dan krijg ik iets wat ik niet anders kan omschrijven dan onbereikbare jeuk in mijn schedel. Als ik niet van het geluid weg kan wordt het elke seconde sterker en wil ik vluchten. In sommige gevallen wekt het zelfs agressie op, zoals met die collega. De trein-eter nam kleine hapjes en maalde deze in z’n natte betonmolen tot pap. Ondanks het feit dat hij godzijdank met zijn mond dicht at, kon ik het gesop horen. Na elke doorgeslikte hap deed hij ‘smek smek, lik, smek’, van dat zachte weeïge geplak van zijn lippen alsof hij Labello van pindakaas gebruikte. Elke hap en smak-sessie boorde zich in mijn gehoorgang als een straaljager!

Openbaar fruit-zuigen is not done

Maar het toppunt van audio technische ranzigheid was De Peer. Ladyboots besloot een rijpe, sappige peer te gaan eten. In de fucking trein. Rijpe peren zijn geen trein-fruit! Bananen zijn goed. Minimaal geluid en geen onhandig gedoe bij het eten. Maar ieder die ooit een sappige peer, nectarine of perzik heeft gegeten weet dat dit in de categorie ‘slobberfruit’ valt. Waarom zou je en publique het geluid willen produceren wat Dokter Pol maakt als hij een inwendig onderzoek bij een koe uitvoert? Ik ben op dat moment op een andere plek gaan zitten, verjaagd door het satansfruit. Het verwerken van dit soort momenten of blootgesteld worden aan lawaai op drukke plaatsen kost mij enorm veel energie. Stress en vermoeidheid verergeren misofonie alleen maar en dan wordt het een vicieuze cirkel.

Doe de test!

Valt er iets aan te doen? Nee. Er is nog te weinig bekend over deze aandoening, die sinds 2001 pas een naam heeft gekregen. Als je continu de geluiden uit de weg gaat is er een kans dat je in een sociaal isolement raakt. Ik ben oordopjes gaan dragen om de impact te verkleinen en dat is een verademing! Maar als je je in dit verhaal herkent: je bent niet gek en je bent ook niet alleen! Nu heb ik het gelukkig niet eens zo extreem, het kan vele malen erger. Op de website van de Vereniging Misofonie kan je een test doen om te zien óf je misofonie hebt en zo ja, in welke categorie je valt.