Op dat moment werk ik in de zorg, nachtdiensten. Na mijn studie journalistiek en antropologie ben ik blijven plakken op mijn bijbaan. Ruim twee jaar. Met een brandend hart voor mijn vrienden in het Canadese oerbos. Verlangend om een bijdrage te leveren, kennis te delen en mijn talenten in te zetten. Maar zodra daad en woord elkaar ontmoeten op papier en elkaar de hand schudden in de realiteit, stagneer ik.

Angst is dezelfde energie als opwinding

“Wie ben ik om er iets over te zeggen? Ik kan alleen maar denken aan wat er mis kan gaan. Wat mensen van me denken”, antwoord ik. “Jij hebt last van straalangst”, zegt mijn gesprekspartner. “Pardon, Straalangst?” Ze lacht. “Je bent bang voor de gevolgen van succes. Bang om het stralend middelpunt te zijn.” Het regent kwartjes. “Je bent niet de enige. Iedereen heeft het tot op zekere hoogte. Gewoon blijven ademen”, ze knipoogt. “Maar laat het je niet tegenhouden. Door in je eigen schaduw te blijven staan, schijn je ook geen licht op andere mensen. Met jezelf klein houden, dien je de wereld niet.”

Beren op de weg

Het wordt kraakhelder. Ik weet dat ze gelijk heeft. Niet veel later durf ik eindelijk de stap te zetten. Ik zeg mijn baan op en geef mijn missie een datum. Mijn schrijversplannen zijn concreet. En zodra mijn gedachten afdwalen naar een toekomst vol beren, bedenk ik dat angst dezelfde energie is als passie en opwinding. Je lijf geeft precies dezelfde signalen, van het zweet in je handen tot het gevoel in je maag.

Ik heb zelf de keuze om het om te draaien en mijn straalangst te benaderen als passie en vuur. Het lijntje is dun, nu ik dat weet, kan ik erop dansen.