Een overdenking over dat er meer verbinding in je leven is, dan je denkt.

Je deelt jezelf namelijk altijd met anderen. Je bent iemands kind, partner, vriend of werknemer. Misschien ben je iemands ouder of klant of mantelzorger. In het delen van jezelf ligt verborgen wie je bent. Je bent wat je deelt, dus ben je niet ondeelbaar. Vaak heb je een ander nodig om überhaupt zelf te zijn. Ik werd pas vader toen ik een kind kreeg. Om partner te zijn heb je een partner nodig. Om collega te zijn net zo. Je staat niet in de file, je bént de file. Je werkt niet bij een bedrijf, je bént het bedrijf.

Wat zie jij?

Onze ‘individualistische’ manier van kijken is aangeleerd. Het Lakota-volk zegt: er is geen jij of ik, alleen een wij. Wij zijn het zelf die daar losse deeltjes van maken, alleen maar omdat we het geheel niet kunnen overzien. Je hoeft je niet te verbinden met anderen of met het universum, want je bént al verbonden. We zijn een aftakking van die eeuwenoude levensboom en hoewel er miljarden takken bestaan, is het nog steeds één boom. Zie je jezelf als een individueel blaadje aan een individuele tak? Of zie je de boom?

koppel-samen-liefde-samen

Het ego

We weten dat wanneer ons lichaam uit elkaar valt na ons overlijden, we uiteenvallen en als voeding dienen voor wat er na ons komt. We weten dat planten onze uitgeademde lucht opnemen en weer zuurstof aan ons teruggeven. Het is allemaal één. Dat verhaal vertellen we onszelf alleen niet. Het ego wil zó graag dat losgekoppelde ‘zelf’ in stand houden dat het net doet alsof dat ‘zelf’ echt bestaat. Daardoor ben je per definitie losgekoppeld van de wereld: er is zelf en er is ‘niet-zelf’. Zo blijft het ego heel: kijk, ik besta, want om mij heen besta ik niet.

Het slaat alleen nergens op. Dat zie je als je uitzoomt: we zijn één planeet in één universum, allemaal verbonden met onbekende energie en krachten. Maar je ziet het ook als je inzoomt: wanneer je steeds dichter op je huid komt, tot op het niveau van de atomen en zelfs kleiner, dan zie je dat je helemaal geen vaste buitengrens hebt. Een deeltje dat klein genoeg is, vliegt door je heen zonder iets te raken. Op die allerkleinste schaal is er geen harde lijn waar jij begint, het is een aquarel, een grenzeloos gebied.

Je bent al de buitenwereld en de buitenwereld is jou. Je bent al verbonden met het universum, alleen doe je alsof dat niet zo is.