Waar vecht je echt tegen?

Je voelt het in de rij bij de kassa in de supermarkt. Uiteraard sta je in de verkeerde rij en overal om je heen gaat het sneller. Je wilde dat het anders was, maar in werkelijkheid sta je te wachten. Je voelt het als je gaat picknicken met je kinderen. De zon zou gaan schijnen en precies als je kleedje ligt en alles is uitgestald, vallen de eerste druppels. Het zou droog blijven, beloofde Gerrit Hiemstra je. Iemand houdt zich niet aan de afspraak – en jij bent het niet.

Het gebeurt net zo goed bij de grote onderwerpen. Je wilde dat je niet ontslagen zou worden – en het gebeurde toch. Je wilde dat zij net zoveel van jou zou houden als jij van haar, maar het gebeurde niet. Je wilde geen last meer hebben van die aandoening, maar ondertussen doet het elke dag zeer.

Logisch dat je vecht.
De ellende is dat het vechten niet helpt.

Het even niet meer zien zitten

Het is niet anders

We maken ons druk over al die dingen die we niet kunnen veranderen en in plaats van dat we daardoor ontspanning voelen, of genoegdoening, raken we alleen maar gefrustreerd. Zolang je vecht met wat je niet kunt veranderen, wint er eigenlijk niemand. Je kunt je niet verbinden met datgene waar je tegen vecht. Dus vechten tegen het lot is het verbreken van de verbinding met je eigen leven. Je ziet vaak dat mensen die het gevoel hebben in hun leven veel pech te ervaren, zich ook eenzamer voelen. Toch doen we het allemaal: we vechten met de werkelijkheid. Met ziektes. Met economische omstandigheden. Met de mening van anderen. Met botte pech. Omdat we vinden dat het anders zou moeten zijn dan het is.

Ben jij iemand die snel een oordeel klaar heeft staan?

Een oordeel over jezelf of over een ander? Dan hebben we een cadeautje voor je. In dit werkboekje met vragen en oefeningen ga je je bewust worden van je oordelen en oefen je met compassie, vriendelijkheid en begrip, zowel naar anderen als naar jezelf. Het doel? Vrede sluiten met de realiteit. 

Picknick in de regen

De oude stoïcijnen keken tweeduizend jaar geleden al geïnteresseerd naar die eeuwige worsteling. Ze zeiden: wij mensen zijn als een hond aan een wagen. De wagen staat voor het noodlot, dat wat je niet kunt veranderen. De wagen rijdt de helling af en de hond (lees: wij) zit daar met een touw aan vast. Wat de meeste mensen doen is tegensputteren. We proberen de wagen de andere kant op te trekken. De verbinding met ons lot te verbreken. Alsof die ene hond die grote wagen kan tegenhouden.

Het kost bakken met energie, levert frustratie op en lelijke striemen in je nek. En het is nog zinloos ook. Wat de hond beter kan doen is zien welke kant die wagen op rolt. En gemoedelijk mee wandelen, met het touw losjes om de nek. Het noodlot gaat nog steeds dezelfde kant op, maar nu zonder jouw strijd en frustratie. Opeens kun je zelfs genieten van het uitzicht.

Stel jezelf deze vraag eens: wat als je niet zou krijgen wat je wilt, maar zou willen wat je krijgt? Dan is een picknick in de regen misschien nog wel leuk ook. ☔️