Ons antwoord is een overduidelijke “Nee!”. Vaak is het ding dat jou irriteert de irritatie echt niet waard. Stel je voor: jij ergert je aan de trein die nu voor de zóveelste keer te laat komt. Je kunt er je hele ochtend door laten verpesten en op het werk tegen drie collega’s klagen dat de treinen nóóit op tijd komen. Een uur later voel je je er nog stom over. Je staat op het punt een klacht bij NS in te dienen. Wat denken ze wel?

Maar als je eerlijk bent, wat schiet je er dan mee op om daarover in te zitten? Hoeveel fijner zou het zijn als je kunt denken “Oké, de trein is te laat. Ik kom een kwartier later op het werk. Maar er is niets aan te doen!”. Je gebruikt de extra tijd om een podcast te luisteren, stapt na een kwartier in de trein, appt je collega dat je eraan komt en maakt er verder geen big deal van. Dan start je dag een stuk relaxter, toch?

1. Waar komt de snelle irritatie vandaan?

We zijn allemaal weleens geïrriteerd. Dat is logisch. Soms lopen dingen niet zoals gehoopt of haalt iemand het bloed onder je nagels vandaan. Maar er zijn ook weleens momenten waarop je extra snel geïrriteerd bent. Dingen die je normaal wel kunt hebben (moddervoeten op de pas gedweilde vloer, bumperklevers, niet-uitgeruimde vaatwassers…) storen je opeens énorm. Je vraagt jezelf ook af “Waarom ben ik zo snel geïrriteerd?”.

Op zo’n moment is het goed om eerst na te gaan waar het vandaan komt. Vaak is er een reden waarom dingen jou meer doen dan anders. Bijvoorbeeld:

  • Je hebt te veel hooi op de vork. Na een lange dag ben je compleet afgepeigerd. Kleine dingen doen daarom veel meer met je dan anders. Je bent door overprikkeling extra prikkelbaar.
  • Je hebt een moeilijke tijd. Er is iets heftigs gebeurd of er zijn ingrijpende dingen veranderd. Kleine tegenvallers kun je er daarom moeilijk bij hebben.
  • Je slaapt slecht. Daardoor kun je niet zoveel hebben. Kleine irritaties kunnen opeens als een enorm ding voelen
  • Anderen wijzen je op jouw valkuilen of verbeterpunten. Vaak ergeren we ons vooral aan mensen die dingen doen die ons niet lukken. Jij bent bijvoorbeeld heel slecht in grenzen stellen. Je collega zegt daarentegen om de haverklap ‘nee’. Jij vindt haar maar egoïstisch, maar eigenlijk zit daar een verlangen achter om dat woord zelf ook makkelijker over je lippen te krijgen.
  • Je bent ergens bang voor. Irritatie is een camouflage-strategie om die angst minder te voelen. Je bent bijvoorbeeld doodsbang om het vliegtuig te pakken. Dat durf je alleen niet te zeggen. In plaats daarvan word je boos over alles rondom de vliegreis. Over de plek waar je zit, de vliegtuigmaaltijden of zelfs ook maar het stemvolume van de passagier naast je…

2. Bij wie voel je die irritatie?

Wat ook goed is om je af te vragen: bij wie ben je snel geïrriteerd? Zijn dat specifieke mensen? Weet je waarom je de irritatie juist bij hen voelt? Het frappante is dat we ons vaak vooral storen aan de mensen die het dichtst bij ons staan (bijvoorbeeld je partner of een goede vriendin), terwijl de irritatie dan eigenlijk over iemand anders gaat. Je mist bijvoorbeeld de steun van je ouders in een lastige periode. Tegen hen durf je dit alleen niet te zeggen. Daarom richt je je frustratie op je partner, op wie je wel boos durft te zijn.

Maar als je eerlijk naar jezelf bent, over wie gaat jouw irritatie dan echt? 

Stel je voor: jij werd vroeger beperkt in je vrijheid. Van je ouders mocht je niet gaan en staan waar je wilde. Daarna voelde je een enorme drang om wél je vrijheid te pakken. Je vindt het nog steeds moeilijk als mensen jou inperken in je vrijheid. Als je partner tegen jou zegt “Ik wil niet dat je vanavond naar vrienden gaat. We hadden toch afgesproken met z’n tweeën te zijn?!”, dan moet je aan vroeger denken. Je partner wil jou alleen helemaal niet je vrijheid ontnemen. Het is goed om te zien dat situaties in het nu los staan van eerdere ervaringen.

Podcast

Hoe kom je af van stress?

Hoe kom ik af van stress, hoe pieker ik minder, hoe volg ik meer mijn intuïtie of hoe stap ik uit de ratrace? Dit zijn slechts een paar voorbeelden van vragen van luisteraars die wij beantwoorden tijdens onze podcast. Luister jij al? Schrijf je in voor de nieuwsbrief en we mailen je wekelijks met nieuwe inspirerende podcast onderwerpen!

3. Kun je de situatie veranderen of zit er niets anders op dan accepteren?

Sommige situaties zijn zoals ze zijn, hoe irritant en vervelend dat ook is. Je kunt op geen enkele manier de situatie anders maken. Je partner belt bijvoorbeeld dat hij een half uur later is. Jij hebt het eten al klaar staan en baalt als een stekker. Maar ja, je partner kan hier nu eenmaal niet eerder zijn. Je kunt boos worden, maar de autorit wordt daar niet korter van. Dan kun je maar beter accepteren dat dit zo is, er eventueel daarna iets van zeggen en dan je schouders ophalen.

In andere situaties kun je wel iets met je irritatie doen. Irriteert het je bijvoorbeeld dat een collega werk bij je over de schutting gooit terwijl je het al zo druk hebt? Geef dan aan dat je hier geen tijd voor hebt. Dan kun je de situatie veranderen én wordt jouw irritatie minder. 

En vind je het vervelend dat je tienerdochter nu al voor de tiende keer haar wasgoed op haar kamer laat slingeren? Zeg tegen haar waarom je hier last van hebt en spreek af hoe jullie het voortaan anders doen. Dan ben jij je irritatie kwijt en wordt het de volgende keer beter. Tenminste, bij puberdochters moet je dingen nog weleens een tweede of derde keer zeggen. Maar het begin is gemaakt.

4. Is deze situatie je irritatie waard?

Je irritatie kan zeker heel terecht zijn. Ja, het is vervelend als er iemand met 60 kilometer per uur voor je rijdt op een 80-weg terwijl jij net haast hebt. Ja, het is irritant als het koffiezetapparaat op kantoor stuk is en je daardoor je latte macchiato op je buik kan schrijven. Maar de vraag is: is de situatie jouw irritatie waard? Of beter gezegd: schiet je er iets mee op om hierover geïrriteerd te zijn? Verandert de irritatie iets aan de situatie?

In veel gevallen geldt dat er niets aan de situatie verandert of jij je er nu aan ergert of niet. Stel je voor: het stoort jou dat iemand wel heel langzaam voor je rijdt. Diegene merkt er alleen niets van dat jij geërgerd achter het stuur zit. Of je je er nu over opvreet dat diegene zo traag rijdt of niet, het verandert de situatie niet. En bovendien: hoe belangrijk is het of jij met 60 of 80 kilometer per uur over deze weg rijdt? Ja, dan ben je misschien iets later. Maar zijn die paar minuten al je negatieve energie nu waard? Waarschijnlijk niet. 

Besef ook: vooral jij hebt last van de irritatie, de ander niet

Jij zit jezelf in de weg als je snel geïrriteerd bent. Jij voelt je niet fijn en laat al je positieve energie wegebben door hierover in te zitten. De bestuurder voor je, je partner die onderweg is of je puberdochter met haar rondslingerende wasgoed heeft geen last van jouw irritatie. Jijzelf wel. 

Dat is een goede om in de oren te knopen als het niet lukt je irritatie los te laten. Want hoe zonde is het als je jezelf door de irritatie nóg rotter voelt? 

5 tips voor als je snel geïrriteerd bent

Als je merkt dat je snel geïrriteerd bent, zit daar vaak iets onder. Die oorzaak achterhalen en jezelf de 4 vragen hierboven stellen, is al een mooie eerste stap. 

Dit zijn nog 5 dingen die je kunt doen om minder last te hebben van snel geïrriteerd en boos raken:

    1. Adem in, adem uit. Zo simpel is het soms. Laat je niet direct meeslepen door de irritatie. Neem een flinke ademteug als je irritatie opkomt, en dan nog één en nog één. Daardoor laat je je minder meeslepen door wat er om je heen gebeurt.
    2. Mediteer om beter los te laten. Regelmatig ontspannen, pauzes nemen of mediteren helpt om dagelijkse frustraties eerder van je af te zetten en rust te vinden op een dag.
    3. Zoek afleiding. Kijk of je iets kunt doen om je gedachten te verzetten. Wandel een stukje, kook een uitgebreide maaltijd of doe iets anders leuks.
    4. Spreek je uit. Soms lucht het al op om je irritatie te delen. Het liefst natuurlijk tegen de persoon die iets vervelends veroorzaakt. Doe dat wel constructief. Houd het bij jezelf (“Ik vind het lastig dat…”) in plaats van met vingertjes te wijzen (“Waarom doe jij nu altijd zo…?”).
    5. Oordeel niet over je eigen irritatie. Vergeet niet dat irritaties menselijk zijn. Ook met je irritaties om “niets” ben jij een prima mens. Als je die irritaties er soms ook laat zijn (om ze dan weer te laten wegebben), wordt het al minder een ding.

Neem verantwoordelijkheid voor jouw geluk

Bumperklevers, naast-de-wasmand-gooiers, te-laat-komers en over-de-schutting-gooiers zijn er in ieder leven. De vraag is: laat jij je humeur daardoor bepalen of kun je ondanks dat een fijn leven leiden?