Wat is transgenerationeel trauma?

Een transgenerationeel trauma houdt in dat jij klachten ervaart doordat je (onbewust) een trauma hebt meegekregen vanuit je familielijn. Dat trauma hebben je ouders, grootouders of eerdere generaties niet goed verwerkt. Er werd in die tijd bijvoorbeeld nooit over gesproken, waardoor je (groot)ouders dit altijd hebben opgekropt. Daardoor kon er transgenerationele overdracht plaatsvinden: jij voelt de wonden die ooit bij je ouders, grootouders of andere voorouders zijn veroorzaakt. 

Je voelt bijvoorbeeld angst, hebt moeite om je gevoelens te uiten of ervaart een lage eigenwaarde, veroorzaakt door een heftige ervaring in jouw familiesysteem. Die ervaring is destijds niet voldoende verwerkt. Daardoor is het voor jou nog steeds pijnlijk voelbaar. De klachten die jij nu ervaart, zijn dan ook een uitnodiging om er alsnog iets mee te doen.

Transgenerationeel trauma vs. symbiosetrauma

Naast transgenerationeel trauma bestaat er ook symbiosetrauma. Dit heeft wel wat weg van een transgenerationeel trauma. Het is ook een trauma dat je van een generatie voor jou meekrijgt. Een symbiosetrauma betekent dat je onbewust in je kindertijd een trauma overneemt dat je ouder heeft opgelopen. Dat kan een trauma zijn dat al in generaties vóór jouw ouders speelde (een transgenerationeel trauma dus), maar ook een trauma dat je ouder zelf net heeft opgelopen (denk aan een traumatische bevalling). 

Een symbiosetrauma werkt als volgt. In je kindertijd ben je nog volledig afhankelijk van je ouder (“symbiose” betekent afhankelijkheid). Bij getraumatiseerde ouders krijg je vaak minder kans om een eigen identiteit te ontwikkelen en je gevoelens te ontdekken. Je voelt je verantwoordelijk om voor je ouder te zorgen of diegene niet tot last te zijn. In plaats daarvan ga je de gevoelens of patronen van je ouders spiegelen. Daardoor neem je vaak overlevingsmechanismen of niet-helpende patronen over, zoals pleasen of dingen opkroppen.

Hoe ontstaat een intergenerationeel trauma?

Transgenerationeel trauma ontstaat doordat een familielid iets traumatisch heeft meegemaakt. Dat kan een ouder zijn, maar ook een grootouder of zelfs iemand een generatie eerder. Je moet het zo zien: de hechting tussen je oma en moeder is bijvoorbeeld ook bepalend voor hoe je moeder met jou hecht. Zo kunnen patronen van de ene op de andere generatie overgaan.

Dit zijn een paar voorbeelden van traumatische ervaringen die transgenerationele overdracht kunnen veroorzaken:

  • oorlog meemaken;
  • moeten vluchten naar een ander land;
  • seksueel misbruik;
  • verlies van een dierbare op jonge leeftijd;
  • het verlies van een kind;
  • ongewenste zwangerschap;
  • mishandeling.

Zo’n traumatische ervaring heeft invloed op hoe jij je hecht aan je ouders. Vaak leidt dit tot onveilige hechting. Je bent als kind in je eerste jaren volledig afhankelijk van je moeder en/of vader. Als kind heb je behoefte aan verbinding met haar en zoek je manieren om die verbinding te krijgen. Wanneer een ouder met trauma kampt, zit dat diegene soms in de weg bij die verbinding. Je ouders waren bijvoorbeeld minder emotioneel beschikbaar, waren overbezorgd of konden je geen gevoel van onvoorwaardelijke liefde geven. Dat gebeurde niet met opzet en is vaak ook onbewust; het trauma zit je ouders hierbij simpelweg in de weg om er volledig en met al hun liefde voor je te zijn. 

Daarnaast is er nog iets wat meespeelt. Het intergenerationele trauma beïnvloedt hoe iemand naar de wereld kijkt en zich gedraagt. Stel: jouw grootouders hebben ooit een kindje verloren. Dan kan het goed zijn dat zij hun andere kinderen overbeschermend hebben opgevoed uit angst dat ook hen iets overkomt. Dat zit er bij jouw moeder zo in dat jij zelf ook beschermd bent opgevoed en weinig ruimte kreeg om de wereld te ontdekken. Dat kan er later voor zorgen dat jij snel angst of paniek ervaart.

Boek Zugether

Onmisbaar in je boekenkast...

... onze bestseller Zugether!

Dé manier om je echt gelukkiger te voelen is door sterk verbonden te zijn met je omgeving. Maar hoe bereik je dat als iedereen steeds meer met zichzelf bezig is? Met ons boek Zugether lees je over de kracht van verbinding en leer je diepe waardevolle relaties aan te gaan om uiteindelijk gelukkiger in het leven te staan.

Hoe herken je een transgenerationeel trauma?

Er zijn allerlei symptomen die uit een transgenerationeel trauma kunnen voortkomen. Die klachten kunnen zowel psychisch als lichamelijk zijn. Wat je precies merkt van een transgenerationeel trauma, verschilt per persoon. Dat hangt ook af van het type trauma in jouw familie. 

Je kunt bijvoorbeeld denken aan dit soort symptomen:

  • Je ervaart onverklaarbare lichamelijke klachten (van continue nekpijn tot spijsverteringsklachten).
  • Je bent heel alert op wat mensen voelen en of een situatie wel veilig is. 
  • Je vraagt je weleens af wie je eigenlijk bent en wat voor jou belangrijk is. Je vindt het lastig om onderscheid te maken tussen wat van jou en wat van de ander is. 
  • Je hebt een laag zelfbeeld.
  • Je hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel, bijvoorbeeld naar je ouders toe, maar misschien ook richting anderen. 
  • Je hebt last van angst of paniek.
  • Je voelt je regelmatig neerslachtig of zelfs depressief.
  • Je cijfert jezelf regelmatig weg en maakt jouw behoeften ondergeschikt aan die van een ander.
  • Je hebt last van een verslaving of een eetstoornis (of bent daar gevoelig voor).
  • Je ervaart slaapproblemen of terugkerende nachtmerries.
  • Je hebt verlatingsangst of bindingsangst.

Voorbeeld transgenerationeel trauma

Laten we het iets concreter maken met een voorbeeld. 

Stel: je oma heeft de oorlog meegemaakt. Dit heeft veel indruk op haar gemaakt, maar in haar gezin werd in die tijd niet over gevoelens gesproken. Door dit trauma vond ze het als moeder van jouw moeder lastig om volledig aanwezig te zijn en al haar liefde te geven aan haar kinderen. Ze was ook depressief.

Doordat je oma moeite had om volledig aanwezig te zijn, heeft je moeder geen onvoorwaardelijke liefde gekend in haar jeugd. Ze had het gevoel je oma te moeten ontzien en wilde haar niet tot last zijn. Daarom cijferde je moeder zichzelf weg en sprak ze niet over haar emoties.

Toen je moeder jou kreeg, herhaalden de patronen zich. Ook je moeder durfde niet te praten over de pijn die ze vroeger had gekend. Ze was regelmatig depressief en kon er niet volledig zijn voor jou. Jij merkte die psychische kwetsbaarheid en ging extra je best doen om haar niet tot last te zijn. Je ontwikkelde een overgevoeligheid voor hoe mensen zich voelen en leerde al op jonge leeftijd om mensen te pleasen en jouw gevoelens weg te stoppen. Daar loop je als volwassene nog steeds tegenaan op het werk en in je privéleven.

Hoe verwerk je zo’n trauma?

Het lijkt misschien een logische eerste stap om tot op de bodem uit te zoeken wat er zich bij je grootouders en ouders heeft afgespeeld. Houd er alleen wel rekening mee dat je voorouders het misschien te pijnlijk vinden om nare herinneringen op te rakelen. Het kan ook zijn dat zij zelf niet meer in leven zijn. Je zult dus niet altijd antwoord krijgen op je vragen, maar zonder die antwoorden kun je alsnog aan je trauma werken.

Het belangrijkste is dat je in eerste instantie erkent dat jij dit trauma hebt en beseft dat het niet van jouzelf is. Bij een intergenerationeel trauma draag jij de pijn die eigenlijk van een ander is. Het trauma verwerken is dan ook een kwestie van jezelf losmaken van gedachten en gevoelens die niet van jou zijn. Verdiep je in wat jij zou willen, wat jouw waarden zijn, hoe jij naar de wereld kijkt en welke dromen jij hebt. Probeer daarbij belemmerende overtuigingen los te laten. Zo kun je stapje voor stapje beter gaan zien wie jij bent, los van wat je is aangeleerd.

Familieopstellingen zijn een mooie manier om daaraan te werken. Ook binnen ons programma Miracle Roadmap werken wij hier veel mee. Je leert hierbij dat je je (voor)ouders niet nodig hebt om een oud trauma te kunnen loslaten. Bij familieopstellingen ga je in een setting met andere mensen (die voor jouw familieleden staan) ervaren hoe je familiesysteem eruitziet én wat er gebeurt als je weer je eigen plek in het systeem inneemt. Dus als je leunt op je ouders, of zij nu nog in leven zijn of niet, in plaats van voor hen te zorgen. 

Je kunt groeien na trauma

Ja, het hele proces van loskomen van oude trauma’s is spannend. Maar weet dat jij niet de negatieve patronen bent. Dat je ouders er uiteindelijk ook beter van worden als jij hun lot bij hen laat. 

Bovendien hoef je niet gebroken uit traumaheling te komen. Sterker nog: er bestaat zoiets als posttraumatische groei. Ontdekken dat er trauma is of door het trauma tegen dingen aanlopen, biedt je soms een opstap voor verandering. Het kan bijvoorbeeld het begin zijn van je prioriteiten bijstellen, relaties verdiepen of juist beëindigen, ander werk zoeken, belemmerende overtuigingen loslaten en bovenal van ontdekken wie jij bent en wat jij wilt. 

Jij bent niet het trauma. Je kunt het laten stoppen bij jou.

Wil jij loskomen van blokkades en oude trauma’s?

Jij kunt op ieder moment besluiten om dingen anders te doen. Om los te laten wat van je (voor)ouders is en je eigen keuzes te maken. Dat is reuze-spannend, maar je hoeft het niet alleen te doen.

Vind je het fijn om deze stappen te zetten in een fijne community die ook volop bezig is met groeien als mens, hun eigen verlangens ontdekken en belemmerende gedachten achter zich laten? Bekijk ons 16-weekse programma Miracle Roadmap

Bij dit programma leer je in live-dagen, online webinars en een fijne community om af te rekenen met beperkende overtuigingen, je te verbinden met wat belangrijk voor je is en zo een leven te creëren met minder ballast en meer voldoening. Ga jij mee op ontdekkingsreis?